Bij al onze fietsen staat het concept van een lage ongeveerde massa centraal. De G3 maakt hier optimaal gebruik van.
Ongeveerde massa is de massa van elk onderdeel dat niet wordt ondersteund door de vering van de fiets en dat moet bewegen/draaien wanneer het wiel een hobbel raakt; wiel, band, het grootste deel van de achterbrug, de achterrem en natuurlijk de aandrijflijn. Wanneer het achterwiel een obstakel raakt, willen we dat het reageert op een manier die de verstoring voor het chassis en de rijder minimaliseert.
Zo wordt de grip gemaximaliseerd, de vermoeidheid van de rijder geminimaliseerd en de weerstand tegen beweging verminderd. Hoe lager de ongeveerde massa, hoe minder verstoring wordt overgebracht op het chassis en de rijder. Dit resulteert in meer grip, het vermogen om hogere snelheden vast te houden op heftige passages, minder vermoeidheid en meer stabiliteit. Het verwijderen van het gewicht van de cassette, ketting en derailleur en het verplaatsen hiervan naar een lage, gecentraliseerde positie in de versnellingsbak heeft een significante impact op het ongeveerde gewicht en de veringsprestaties.
Sommigen beweren dat het gewicht van moderne cassettes en derailleurs relatief laag is, maar in verhouding tot de andere ongeveerde componenten kunnen deze ondedelen gemakkelijk 15% van de totale ongeveerde massa van een traditionele fiets uitmaken.
In een wereld van continu stapsgewijs verbeteren is een verlaging van 15% van de ongeveerde massa en de bijbehorende aanzienlijke verbetering van de veringsprestaties een enorme winst.